• Sluit de 4/6 PIN-communicatiekabel aan op de poort aan het andere uiteinde van de voertuigcommunicatiemodule .
• Sluit het andere uiteinde aan op de datalinkconnector van de motorfiets.

Als de locatie van de datalinkconnector van de motorfiets niet bekend is, raadpleeg dan de onderstaande sectielijst of raadpleeg de gebruikershandleiding van de motorfiets.

De VCM-TR1 wordt gevoed door de accu van de motorfiets, zorg ervoor dat het contact AAN staat en de RUN-schakelaar AAN staat. De VCM-TR4/TR3 kan worden gevoed door de accu van de motorfiets of via de USB-poort van de computer. Het groene lampje op de VCM moet branden als er stroom wordt ontvangen.

Zodra de VCM is ingeschakeld en de USB-kabel op de computer is aangesloten, begint het besturingssysteem met zoeken naar de kabelstuurprogramma's. In recentere versies van Windows, op een pc die is verbonden met internet, worden de stuurprogramma's automatisch door Windows gelokaliseerd en geïnstalleerd. Als meldingen zijn ingeschakeld, ziet de gebruiker de status van de installatie van het stuurprogramma in een chatballon in de rechterbenedenhoek van zijn scherm. Als Windows er niet in slaagt het juiste stuurprogramma te installeren, moet de gebruiker mogelijk de stappen volgen die worden aangegeven in 1.11.

In XP en oudere versies van Windows moet de gebruiker mogelijk de stappen volgen die worden aangegeven in 1.11.